Milites Templi
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Tempeliers in Oud-Turnhout

Ga naar beneden

Tempeliers in Oud-Turnhout Empty Tempeliers in Oud-Turnhout

Bericht  Gast vr aug 21, 2009 11:10 pm

De naam ‘Het Hofke van Chantraine’ verwijst naar de aanwezigheid van de Tempeliers in Oud-Turnhout. In het centrum van Oud-Turnhout bevinden zich overblijfselen van een oud Tempelierencomplex. De geschiedenis van de Tempeliers gaat terug tot in 1119, toen twee ridders een geestelijke ridderorde stichtten. Vanaf 1187 waren de Oud-Turnhoutse bezittingen van de Tempeliers ondergebracht in de commanderij van Ter Braecke. Na hun opheffing in 1314, gingen de bezittingen van de Tempeliers over in de Orde van Malta. Van dan af krijgt het complex een andere naam: Chantraine, naar een commanderij te Huppaye bij Jodoigne(Geldenaken). Het complex verliest echter de naam “Ter Braecke” niet en wordt van dan af meestal “Ter Braecke, dit Chantraine” genoemd. Op 2 juni 1455 bevestigde Filips van Bourgondië het Hof van Chantraine te Oud-Turnhout in haar recht om meier en laten aan te mogen stellen. Het ligt dan ook voor de hand dat ze hier een eigen laathof(voor het innen van de cijnzen), dus hoeve, gehad hebben die op het moment van deze bevestiging reeds lange tijd bestond.

Het goederencomplex van de Tempeliers te Oud-Turnhout en Turnhout was samengesteld uit eigen goederen(gronden die volledig aan de Commanderij toebehoren) en cijnsgoederen(gronden waarvoor de eigenaar een belasting, een cijns moest betalen). De eigen goederen van de Commanderij van Ter Braecke, dit Chantraine kan U zien op een figuratieve kaart uit 1788. De pastorie gelegen in de Kerkstraat vindt U op de figuratieve kaart aangeduid met de pijl.

Tempeliers in Oud-Turnhout PqGy6ri-632fc94015f10ec922f71ac70ebb6464

kga er na de examens eens kijken, eindelijk eens iets lekker in de buurt Smile
info komt van www.tempeliers.be

Gast
Gast


Terug naar boven Ga naar beneden

Tempeliers in Oud-Turnhout Empty Re: Tempeliers in Oud-Turnhout

Bericht  Gast zo jan 02, 2011 3:50 pm

Blijkbaar hebben ze ook dichter bij (mijn) huis gezeten, want laatst heeft er iemand me een foto laten zien van een tempelierskruis in de ommuring van de abdij van Postel

hier nog wat info over Postel, altijd leuk om eens de toerist te gaan uithangen, qua tijd zitten we goed Wink

De Abdij van Postel is een Norbertijnenabdij in het dorp Postel in de Belgische gemeente Mol.

Geschiedenis
Het is bekend dat Postel in de 12e eeuw in handen was van ene Fastradus van Uitwijk. Deze schonk in 1134 een-derde deel van zijn bezit aan de Abdij van Floreffe. De monniken brachten het gebied in cultuur en stichtten in 1138 de Priorij van Postel. Van belang was dat Postel nabij het knooppunt van enkele belangrijke wegen lag: Breda-Keulen en 's-Hertogenbosch-Leuven. Postel werd een Godshuis en er kwamen ook herbergen voor de reizenden. In 1140 kwam een kerkgebouw gereed, gevolgd in 1190 door een grotere kerk, waarschijnlijk de huidige. Ondertussen werden er ook veel schenkingen gedaan van gronden die voornamelijk in het huidige Nederland liggen. Ook tal van molens kwamen in het bezit van de abdij. De opbrengsteen werden deels gebruikt om de armen te verzorgen, maar ook de Hertogen van Brabant en de Abdij van Floreffe deelden er in mee.

In de 14e eeuw kreeg de Abdij met oorlogsschattingen te maken ten gevolge van de Brabantse Successieoorlog. De Brabantse hertog Wenceslaus I van Luxemburg was daarbij gevangengenomen en de losgelden moesten onder meer ook door de abdij worden opgebracht. Ook de Gelderse Oorlogen van de 16e eeuw leidden tot schattingen. Daarna werd de Abbdij nog door de Geuzen geplunderd. Ondertussen begon de contrareformatie vorm te krijgen. De afhankelijkheid van de Abdij van Floreffe ging een probleem vormen. Immers deze abdij bezat het patronaatsrecht in vele parochies en benoemde nogal eens Waalse pastoors die de landstaal niet machtig waren. Bisschop Ghisbertus Masius van 's-Hertogenbosch wenste een eigen noviciaat te Postel, waar de priesteropleiding voordien te Floreffe geschiedde. Dit leidde tot onderhandelingen met de moederabdij, waarbij de landvoogden Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje een belangrijke rol speelden. Uiteindelijk bekwam de priorij zelfstandigheid, maar moest daartoe een groot bedrag aan Floreffe betalen.

Aldus werd Postel in 1613 een proosdij en in 1618 een zelfstandige abdij. Eerste abt werd Rombout Colibrant. De abdij kon, door haar verplichtingen, niet meer zo gul zijn met uitdelingen aan de armen en bovendien vonden de bedelingen nu in de woonplaatsen van de armen plaats, want men vreesde voor plunderingen, die in het verleden ook herhaaldelijk voorkwamen. In 1619, op Vette Donderdag, kwam het niettemin tot een plundering. Ondanks dit alles werd er veel gebouwd. In 1611 bouwde men een eigen brouwerij en verder werd de ringmuur en de toren opgericht.

In de 17e en 18e eeuw moest de abdij regelmatig oorlogsschattingen betalen. Ook waren er op Vette Donderdag plunderingen, met name in 1631 en 1632. Ook door het Retorsie-plakkaat, door de Staatsen in 1636 uitgegeven, had men te lijden. De Vrede van Münster van 1648 bracht duidelijkheid omtrent de landsgrens, maar niet voor Postel. Dit bleef omstreden gebied, waarop de abt een rechtszaak aanspande die pas in 1785 in het voordeel van Postel werd beslist. De 48 hoeven en 12 molens die tot de abdij behoorden en in de noordelijke Nederlanden lagen, waren reeds door de Staatsen afgenomen en raakte men nu definitief kwijt. Slechts 9 hoeven en één molen bleven over, waardoor de abdij veel minder inkomsten had en bepaalde bezittingen moest verkopen. Toch waren er nog bouwactiviteiten, zoals het gastenhuis, het hoofdgebouw en de refter. Ook leverde de abdij veel pastoors aan de parochies in de noordelijke Nederlanden, die aldus voor het katholicisme behouden bleven.

In 1794 arriveerden de Franse troepen en in 1797 moesten de monniken de abdij verlaten. Deze werd verbeurd verklaard en verkocht. Pas in 1847 kon men terugkeren. Sindsdien heeft men in verschillende fases de abdij weer bewoonbaar gemaakt en weten te restaureren. De roodkoperen brouwketels heeft men in 1943 moeten verkopen. Het gasthof ‘De Beiaard’, gelegen in de ringmuur van de abdij, werd in 1960 in gebruik genomen. Het bezinningscentrum van de abdij werd geopend in 1970. Dit contactcentrum met gastenverblijven en conferentiezalen wordt tegenwoordig naast retraites ook voor seminaries voor bedrijven beschikbaar gesteld.

Gebouwen
* De Sint-Niklaaskerk stamt van omstreeks 1190, werd verbouwd omstreeks 1630, en heeft een toren uit 1769. Ze is gebouwd in Rijnlands-Romaanse stijl, maar door de opvolgende verbouwingen heeft het gebouw tevens kenmerken van de gotische en barokke stijlen. De gotische ramen met bijpassend gewelf boven het schip werden in 1626 aangebracht. De gotische sacristie is uit 1631. In de kerk is een koorgestoelte uit 1621. Er zijn twee mooie biechtstoelen en een marmeren grafzerk van een abt uit 1726. Tot de kerkschatten behoren fraaie kerkgewaden.
* Ambtswoning en gastenhuis uit 1731 en rococostijl.
* Refter uit 1750, met rococo muur- en zolderbekleding in Italiaans stucwerk.
* De voorgevel van het hoofdgebouw is in het midden in barokstijl uitgevoerd (1743). Het rechterdeel stamt uit 1631 en het linkerdeel uit 1713. Het pand werd in 1909 gerestaureerd.
* Romaanse poort uit de 13e eeuw, waardoor het volk toegang had tot de kerk.
* De bibliotheek heeft 70.000 banden, waaronder 54 wiegedrukken. Daarbij zijn er drie welke gedrukt zijn door Johan van Paderborn, een leerling van Dirk Martens. Er zijn 150 nawiegedrukken tot 1541, 340 Plantijndrukken, waaronder de statuten van de Orde van het Gulden Vlies, op perkament. Daarnaast tal van andere Antwerpse drukken, atlassen, waaronder een 15-delige uitgave van de Atlas van Willem Blaeu. Ook zijn er devotieboekjesm etsen en etsplaten en dergelijke.
* In de hal van de ambtswoning zijn diverse schilderijen, zoals een Heilige Familie van Bellini, een portret van de abt Colibrant, door Peter Paul Rubens, een stilleven door Kalff uit 1690 en een Geseling van Christus uit de school van Velázquez.
* Renaissancetoren uit 1610 met beiaard uit 1947, die 40 klokken omvat.
* Men betreedt het terrein door een Kempense poort met portiershuis, die uit de 17e eeuw stamt.

Abdijproducten
De abdij van Postel wordt op zon- en feestdagen door dagjesmensen bezocht. In de abdij worden rondleidingen georganiseerd. Bovendien zijn er wandelingen uitgezet. Deze abdij staat verder sinds 1994 bekend vanwege de nieuwe kruidentuin, waar onder meer ginseng wordt gekweekt. In een winkel worden verschillende abdijproducten verkocht zoals abdijbrood, kaas en hesp. Het Postel abdijbier wordt gebrouwen door een commerciële brouwer in Opwijk.

Efteling
In de Efteling attractie Villa Volta komt de Abdij van Postel voor in een legende. Volgens deze legende breekt de roversbende de Bokkenrijders in in de abdij. De voorman van deze bende, Hugo van den Loonsche Duynen, zal daarbij voor eeuwig vervloekt worden vanwege zijn 'schending van Gods huis'.

Gast
Gast


Terug naar boven Ga naar beneden

Tempeliers in Oud-Turnhout Empty Re: Tempeliers in Oud-Turnhout

Bericht  aquilia vr feb 04, 2011 1:01 am

Een aantal aanvullingen en misschien wat verduidelijking. De tekst betreffende het tempelhuis in Turnhout van www.tempeliers.be is op zich niet verkeerd maar lijkt toch een aantal fouten te suggereren.
Ten eerste is het zo dat in 1119 de tempelorde als dusdanig is ontstaan, wat trouwens eerder 1120 moet zijn met het concilie van Nablus. Uiteraard zijn de Turnhoutse bezittingen dan niet in handen gekomen van de tempelorde. Dat gebeurde, zoals ook in het fragment staat vermeld, in 1187. Het gaat hier niet om het onderbrengen van die bezittingen onder de commanderij van Ter Brake (Alphen, hedendaags Nederland). Maar om de donatie van de bezittingen zelf. Hieronder staat de getranscribeerde tekst van de oorkonde (Miraeus A., Foppens J.F., Opera Diplomatica, II, p. 1332). Eveneens heb ik een foto van het origineel toegevoegd (Paris, Archives Nationales, S 5255/1 n. 21)

Tempeliers in Oud-Turnhout Slide2t.th

Tempeliers in Oud-Turnhout Slide1pl.th

Uit deze oorkonde blijkt dat Geraard van Duffel (omschreven als een nobele van Duffel, wellicht ook heer van duffel, maar het is de enige bewaarde oorkonde van de familie van Duffel in de Zuidelijke Nederlanden voor 1200) een schenking doet van zijn allodium nabij Turnhout. Hiervoor krijgt hij een jaarlijkse rente van 3 marken van grote ponden (een mark komt overeen met ongeveer 13 schellingen en 4 denieren). Over welke landerijen het precies gaat blijft onduidelijk. Gezien het gaat om een allodium, zou het zelfs kunnen slaan op een aanzienlijk aantal gronden (misschien zelfs een groot deel van Turnhout zelf gaan). Wat echter wel duidelijk is, is dat er ook oplevenden moeten geweest zijn, de oorkonde vermelt immers "tam in hominibus quam in terris" ("zowel in mensen als in land"). Het gaat dus in alle zekerheid om meer dan een enkele hoeve. Ook is onduidelijk of het huis reeds afhing van de commanderij van Ter Brake, volgens Streefland A.A. kon dat het geval zijn (gezien hij de oorsprong van deze commanderij op 1144 legt), hoewel dat betwijfelbaar was. Wat echter wel duidelijk is, is dat zij op een zeker moment onder Ter Brake ging behoren.
Het bleef echter niet bij enkel bij. Een tweede donatie ging uit van de hertog van Brabant zelf, namelijk Hendrik I. In een oorkonde van 1212 schenkthij een boerderij en stallen die een zekere Alvéric van hem hield. Hierbij mogen we veronderstellen dat hier 'woeste landen' ofwel graasweides bijbehoorden. Hiervoor moesten de tempeliers het schamele bedrag van drie denieren per jaar betalen (dat is zeer weinig). (Paris, Arrchives nationales, S 5255/1 n. 3 in Veys J., l'ordre du temple en Flandre et en Lotharinge).
Een laatste belangrijke bron is de goedereninventaris die is opgemaakt bij de overdracht van de tempeliersbezittingen aan de hospitaalorde in 1313 (Paris, Archives nationales, S 5254 n. 1 in: Daillez L., Les Templiers). Onder de beschrijving van de bezittingen van de commanderij van "Le Braque et d'Ostroot' staat het volgende:
"Item le dicte maison a le tierce par du disme de Turnot qui vaut aucune fois XLV muis de soile et aucune fois VIII(XX) XIIII livres. Aucune fois plus, aucune fois mains." Deze aanduiding vermelt dus dat men ook het recht had op een derde van de kerkelijke tienden, wat overeenkwam met 42 pond per jaar (wat aanzienlijk is). Wat dat trouwens ook aanduid is dat de tempelorde blijkbaar een zekere controle had over de gemeenschap van Turnhout. Vaak gaat het houden van tienden samen met een zekere macht over de kerk, maar dat zou verder onderzocht moeten worden.
Over welke bezittingen het precies gaat blijft echter onduidelijk. Toch kunnen we ervan uitgaan dat het aanzienlijke bezittingen zijn in de nabijheid van de de dorpskerk van Turnhout. Op www.tempeliers.be wordt de hoeve (wellicht die zij gekregen hebben van Hendrik I) aangeduid als Chantraine na de overname door de hospitaal ridders. Ik vermoed dat deze informatie komt uit een studie van de bezittingen van de hospitaalridders. Opde ferrariskaart (hieronder) uit de 18e eeuw kunnen we de hoeve (die nog steeds geďsoleerd ligt bezuiden van de kerk) duidelijk zien. Wellicht zal een deel van de omwonenden ook tot het tempelierspatrimonium mogen gerekend worden.

Tempeliers in Oud-Turnhout Oudturnhout.th

In een bepaald goederenregister (afkomstig van de site www.tempeliers.be) vinden we volgende aanduiding van de hoeve.

Tempeliers in Oud-Turnhout Figkaart

Ik vermoed dat dit een kaart is uit het goederenregister van de hospitaalorde en dus moeten de aangeduide landerijen elk tot hetzelfde patrimonium behoren. IN welke mate zij nog overeenstemmen met de originele bezittingen is betwijfelenswaardig. Naar vergelijk met algemene trends mogen we wellicht besluiten dat dit een zware onderschatting is. De gebieden zoals getoond op de ferrariskaart zullen wellicht grotendeels allemaal tot het patrimonium hebben behoord.


Wat betreft de aanduiding over Postel. Hier heb ik grote bedenkingen bij. Ik denk niet dat het mogelijk is om een kruis aan te duiden als een tempelierskruis. Ten eerste omdat binnen de tempelorde er grotevariatie was betreffende kruisen (hoewel een aantal criteria wel duidelijk zijn), ten tweede omdat kruisen (net zoals het tempelierskruis) in grote omloop waren. Niet enkel bij orden, maar ook bij seculieren. Te meer omdat de tempelorde voor monastieke en kanunikenordes vaak als grote concurrent werd beschouwd, dat vooral op materieel en territoriaal vlak. Een mooie illustratie daarvan wordt bijvoorbeeld gegeven door het bezitsconflict over een hoeve tussen de commanderij van Ter Brake en de Premonstratenzerorde van Tongerloo in 1236.

Xavier
aquilia
aquilia
Maarschalk
Maarschalk

Aantal berichten : 26
Leeftijd : 40
Woonplaats : Gent
Registration date : 14-09-08

Terug naar boven Ga naar beneden

Tempeliers in Oud-Turnhout Empty Re: Tempeliers in Oud-Turnhout

Bericht  Gesponsorde inhoud


Gesponsorde inhoud


Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven

- Soortgelijke onderwerpen

 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum